maandag 14 november 2011

Een verhaal



Hoofdstuk 5
Ares
Wow! Haar ogen zijn echt schitterend. Eerst zei ik dat omdat ik niks te zeggen had, maar nu wow. Het is echt mooi donker groen. En ze ziet er zo natuurlijk eruit. Dat ik zoon schoonheid mag dienen. ‘’Ik wil niet dat je mijn gezicht en ogen zo ziet.’’ Zei Sophia met half dicht geknepen ogen toen ze zag dat Ares met grote ogen naar haar zat te kijken. ‘’Maar wat is er dan aan je gezicht dat ik niet mag zien? Ik vind het schitterend en je ogen zijn ook prachtig.’’ Zei Ares bewonderend en hij wreef nog wat over haar wang en trok toen zijn hand langzaam terug. Sophia opende langzaam haar ogen en keek naar het raam om haar spiegelbeeld te zien, het was weg! Haar ogen waren weer normaal. ‘’Wou je, je gezicht verbergen omdat je bloed had gezien?’’ Vroeg Ares rustig. Sophia keek weer naar buiten; ‘’Ehm, ja.’’ Ares leunde rustig naar achteren en zat relaxed; ‘’Je hoeft je gezicht niet te verbergen hoor want dat is normaal. Kijk ik heb dat ook. ‘’ En ze draaide zich om naar Ares. En hij had gelijk zijn gezicht was ook veranderd, maar hij had geen zwarte ogen. Die van hem waren rood, maar niet helemaal alleen de iris. Want die van de demonen zijn helemaal zwart zelfs het oog wit. En vampiers hebben alleen een rode iris. Ze werd onrustig van hoe hij naar haar keek. Hij keek zo diep dat ze niet rustig kon zitten. ‘’Hou is op daarmee!’’ Ze barste los. ‘’ Met wat?’’ Vroeg hij met een grijns. ‘’Je kijkt zo angstaanjagend en heel erg diep. ‘’ Hij keek weer normaal; ‘’ sorry ik had even geen controle’’.  Open de deur we weten dat jullie hier zitten! Geef haar aan mij! Of anders… Ik zeg het niet nog een keer! ‘’Wie is dat?’’ Vroeg Sophia. ‘’Z e hebben ons gevonden we moeten weg van hier. Vertrouw je me?’’ Vroeg Ares haastig. ‘’heb ik nog een andere keus?’’ Zei Sophia sarcastisch. ‘’Nee’’ Antwoordde hij. Hij pakte haar hand vast en hij rende richting het raam en ze sprongen van het raam. En het was stil.

Het spijt me dat ik je dit aan doe, maar ze mogen je niet te pakken krijgen. Ik moet jou eerst nog naar iemand anders brengen. Als hij mij niet onder controle had dan had ik je in veiligheid gebracht. Je bent zo speciaal. Het is fris en stil een vroege ochtend Sophia doet langzaam haar ogen open; ‘’ Hoe zijn we hier terecht gekomen?’’ ‘’Ik had gedacht dat je eerste zin weer waar ben ik zou zijn.’’ Ares zat tegen een boom aan en Sophia lag met haar hoofd op zijn schoot. Ze zaten ergens in een bos.  Je zag aan hem dat hij helemaal niet had geslapen en hij keek zo afstandelijk.  Ik wil niet dat je het in de gaten krijgt dat ik… ‘’Waarom kijk je zo, je ziet er moe uit en ik heb honger.’’ Zei ze ongeduldig Sophia stond op en rekte zich uit; ‘’ hoor je me niet. Ik zei dat ik honger heb.’’ Ares stond op en klopte zijn broek af en liep naar de meer om zijn gezicht te wassen. Sophia liep in zijn richting en gaf hem een trap van achteren en hij viel bijna de meer in; ‘’ Ben je helemaal gek geworden! Waar ben je mee bezig?” Schreeuwde Ares boos. ‘’ Je negeert me ik heb het wel in de gaten hoor. ‘’ Zei Sophia. ‘’Wat heb je in de gaten?’’ Vroeg Ares gestrest. ‘’Je Vind het erg om mij te bedienen en je brengt me ergen naar een bos en negeert mij. Waar ben je mee bezig? Heb je me nu ontvoerd en wie waren die mannen aan de deur? ‘’ Begon Sophia helemaal te schreeuwen. ‘’Hey, jij vertrouwde mij.’’ Zei Ares afstandelijk. ‘’ Alsof ik een keus had.’’ Zei Sophia met een bedrogen gevoel. ‘’ Ja die keus had je je kon ook alleen weg rennen.’’ Zei Ares boos. ‘’Nou dan neem ik die keus nu.’’ En Sophia is weg met één beweging. En nu moet ik je gaan zoeken. Waarom hield ik mijn mond toch ook niet. Ik moet haar… Ow Shit ik moet haar vandaag voor zonsondergang afzetten bij hem. Ik hoop dat ze niet al te ver weg is. En hij begint te zoeken.

‘’SHOPIA! SHOPIA!’’ Schreeuwt Ares. Waar kan ze nou zijn? Het is al bijna zonsondergang. ‘’Ik beveel je om haar op te zoeken en haar binnen twee maanden op deze dag voorzonsondergang naar mij toe te brengen. Haar naam is Sophia. Als je haar niet breng zweer ik dat ik je hart eruit ruk. Herhaal wat ik net zei.’’ Ik moet haar vinden. Niet omdat ik dan gevaar zal lopen, maar ik moet haar in veiligheid brengen. Hij is bijna buiten adem. Wat heb ik gedaan ik wou dat ik niet gered werd. Hij heeft mijn leven veranderd. Nu ben ik gebonden aan hem en hij wist dat ik Sophia moest dienen. En Ares zakt door zijn knieën op de grond en verbergt zijn gezicht in zijn hand. ‘’Shopia waar ben je toch?’’ Hij staat weer op komt op adem en begint weer te rennen; ‘’nog een uur voor zonsondergang’’. Ik moet haar vinden koste wat het kost. ‘’Shopia!’’ Schreeuwt hij nog maals. ‘’Hier drink wat van dit word je beter van. Neem nog maar een slok als je wilt blijven leven. Hoe voel je je?’’  Waarom dronk ik van dat, maar het was zalig ik had nog nooit zoiets lekkers gedronken. Ares schudde zijn hoofd. Ik moet me concentreren op Shopia en niet op het verleden. Concentreer waar kan ze zijn.

Waarom wil Ares mij zo graag vinden en waarom moet dat voor zonsondergang? Shopia volgt Ares van een afstand via de bomen. Is even kijken waar dit mengsel mij naar toe leid.

‘’Goede avond mijn slaaf.’’ Waarom heb ik toch al die geluiden in me hoo…. En Ares draait zich om.  ‘’Het zijn niet de stemmen in je hoofd jonge man. Ik ben er en waar is shopia.’’ Ares schrikt; ‘’ Ze is hier ergens in de bos meneer.’’ Zei hij onverstaanbaar. ‘’Ik hoorde je niet.’’ Zei hij. ‘’Ze is hier ergens in de bos meneer.’’ Zei Ares dit keer hard op. Hij zette een stap naar voren en Ares kreeg de rillingen. ‘’Heb je het koud jonge man?’’ En hij grijnsde even; ‘’ Herinner je je nog wat ik tegen je had gezegd?’’ Zijn ogen werden groter. ‘’ U had mij beveelt om Sophia binnen twee maanden te vinden en vandaag voor zonsondergang naar u te brengen.’’  ‘’ En wat was de prijs als je haar niet zal brengen voor zonsondergang?’’ Ares slikte even;’’ U zou dan mijn hart eruit rukken.’’ ‘’Correct.’’ Hij zette nog een stap naar voren.

Nog een beetje naar voren en dan zie ik wie je bent knappert. Kom op nog een stap. Shopia zat nog steeds via de boom naar Ares te kijken. Ze wou de mysterieuze man zien, maar als ze bewoog zouden ze haar zien. Ja, kom op zet die stap en het is… O NEE! Shopia schrok en haar haart stopte met kloppen. Het is…

Hij zette nog een stap en Ares kon niet bewegen. Hij stak zijn hand naar voren en greep Ares vast bij zijn hart. Ares voelde de koude vingers van hem die zijn hart vast hield. Als hij een verkeerde beweging maakte dan zou hij dood gaan. 
’’WAAR IS SHOPIA?’’ Schreeuwde hij.

donderdag 25 augustus 2011

Een verhaal



Hoofdstuk 4
Sophia
Hij geeft een hand terug; ‘’ Aangenaam kennis te maken Sophia. Mijn naam is Ares.’’ ‘’Aangenaam kennis te maken.’’ Ze keken elkaar diep in de ogen aan. Hij had zulke mooie blauwe ogen dat ze het gevoel had dat ze weg smolt. Ze keek een andere kant op, maar hij bleef haar diep aan kijken. ‘’Sophia, je hebt hele mooie groene ogen.’’ Zei hij met een grijns op zijn gezicht. En dat was ook waar ze heeft hele mooie donker groene ogen, echt duister. ‘’Sophia, Sophia, Sophia!’’ Zij Ares lachend. ‘’Probeer je mijn naam uit je hoofd te leren of zo?’’  Zei Sophia met een grijns op haar gezicht. ‘’Maar wil je iets vertellen over je droom?’’ Zei Ares nieuwsgierig.

En ze vertelde: ‘’ Zoals je weet ben ik een demoon, mijn geest is al heel oud. Sinds de mensheid bestond. Om een volledige demoon te worden moest ik een weg kiezen. Er waren er drie de makkelijkste is een demoon voor de duivel worden, de tweede was een slaaf. Dan ben je voor altijd een schaduw. En dan mag je de schaduw wereld niet uit. En de derde was een vrije demoon. Als je de derde keuze kiest dan ben je ook een machtige demoon. Je word een vrije demoon door een eigen lichaam te krijgen, maar daar moet je wel iets voor doen. Ten eerste moet je een lichaam van een dode over nemen met toestemming van de geest van het lichaam en de omgeving van die persoon mogen niet weten dat die dood is. En je mag hem niet zelf doden of laten doden. En als je het lichaam hebt moet je dood gaan, maar demonen kunnen niet dood gaan door ziektes als ze in zoon lichaam zitten ook wel tijdelijke lichaam genoemd. En je mag je zelf niet doden of laten doden. Dus je kan ook vast zitten in het lichaam. En dan kan je jaren oud worden en op een gegeven moment moet je het lijk verlaten en begin je weer opnieuw. Maar als het je slaagt om zomaar vermoordt te worden dan kan je een eigen lichaam krijgen, maar daar zit wel een prijs aan vast. Je weet bijvoorbeeld niet wanneer je een eigen lichaam krijgt. En je word opnieuw geboren, maar deze keer als een mens.  Dus je weet niets meer over je verleden en je kunt je krachten niet meer gebruiken. En dat is allemaal tot je achttiende. En daarna moet je alles weer terug oppakken door opdrachten te doen.’’  Hij keek haar aan alsof hij het niet begreep; ‘’En als je een van de eerste twee opties kiest ben je dan ook half vampier?’’ ‘’Nee als je de eerste optie kiest dan ben je een gevallen engel dat betekend dat je dan half duivels bent, bij de tweede optie ben je een schaduw en dan bedoel ik een volledige schaduw. Dan ben je gewoon de duisternis. En bij de derde optie ben je een Demoon. Maar soms worden demonen ook wel gevallen engel of schaduw genoemd, maar dat word dus niet vaak gebruikt. De derde optie is ook gewoon de officiële demoon. De andere twee zijn onzichtbare wezens, maar vergis je niet zij kunnen ook sterk zijn.’’ En ze stopte even. ‘’Maar dit beantwoordt mijn vraag niet echt.’’ Zei Ares oplettend. ‘’Ja, maar ik was nog niet klaar.’’ Zei ze lachend en ze ging verder; ‘’ De andere twee zijn niet half vampier. Omdat ze niet volledig een demoon zijn. Ze zijn maar half en dat betekend dat ze niet over alle krachten beschikken. De krachten van een halve demoon zijn: Onsterfelijkheid, dwang dan kan je mensen dwingen en krachtig zijn dus dan ben je sterker dan een mens. En de andere helft is voor wat je gekozen hebt als je voor de duivel kiest blijf je een halve demoon, als je voor de duisternis kiest krijg je krachten van het duister: dan kan je alleen maar in het duister opkomen en heb je nooit dag licht. En je kan voor je zelf slaven maken die uit het duisternis komen. En bij een volledige demoon heb je dus eerst de basis: Onsterfelijkheid, dwang dan kan je mensen dwingen en krachtig zijn dus dan ben je sterker dan een mens. En daarna komen de rest van je krachten: je bent een vampier dus je kan je zelf voeden van mensen en de basis valt ook onder een vampier en als je, je voldoende voed van mensen bloed dan kan je zelfs van gedaante veranderen bijvoorbeeld in een dier. En daarnaast heb je ook de macht om bij iedereen de kracht dwang te gebruiken. En je kan ook gewoon mensen voedsel eten. En je kan tegen de kracht van heksen. Want heksen zijn een soort van moeder natuur. Demonen zijn de enigen die niet zijn gemaakt door de heksen. En naast heksen demonen en vampiers bestaan er ook weerwolven, maar er zijn nog meer wezens.’’ Zij ze twijfelend want want ze heeft nog niet volledig haar geheugen terug. ‘’Maar hoe heb jij de krachten van een heks gekregen dan?’’ Vroeg Ares vragend. ‘’ Ja daar ben ik dus nog niet achter gekomen.’’ Zei ze verward. ‘’Dus… Wat is je eerste opdracht meester.’’ Zei Ares met een greins op zijn gezicht. ‘’Hoe weet je dat ik mijn eerste opdracht nog moet doen?’’ Vroeg Sophia plagend terug. ‘’Nou je bent nogal verward en je zei net dat een demoon pas al zijn geheugen terug krijgt als hij of zij achttien is en door opdrachten te doen word de demoon een volledige demoon.’’ Sophia keek verbaast. Hij had goed opgelet, maar hoe kan het ook anders hij is een vampier en vampieren kunnen goed dingen onthouden en herinneren. ‘’Nou, mijn eerste opdracht was dat ik me zelf moest voeden door mensen bloed om volledig een vampier te kunnen zijn. En dat heb ik een paar dagen gelede gedaan.’’ Zij ze terug denkend aan die avond. ‘’En wat is je volgende opdracht?’’ Vroeg Ares. ‘’Nou dat weet ik nog niet, daar kom ik van zelf er achter.’’ Zei Sophia vaag. ‘’ En hoe kom je daar achter dan?’’ Vroeg Ares, want je kon zien dat hij het niet begreep. Sophia wou niet alles vertellen en probeerde over iets anders te praten; ‘’ Wat ben jij nieuwsgierig zeg. Heb je misschien nog andere vragen?’’ Zei ze plagend en met een grijns op haar gezicht. Ares begreep dat ze het niet wou vertellen en vroeg; ‘’Heb je honger?’’ ‘’Nou eigenlijk, ja ik heb honger.’’ ‘’Nee, dat bedoel ik niet, ik bedoel heb je zin in bloed.’’ Sophia keek hem aan en ze voelde wel dat haar keel enorm brandde; ‘’Ja, ik heb er heel erg zin in.’’ Zij Sophia zo rustig mogelijk, zodat het niet opvalt dat ze op dit moment heel erg zwak is. Ze moest dat brandende gevoel kunnen afstemmen want een van haar sterkste krachten is wat zij wil kan ze waar maken, maar niet alles. Bijvoorbeeld als ze minder bloed of geen bloed wil drinken dan kan ze dat weg halen en dan krijgt ze minder dorst naar bloed. Of als ze honger heeft of bloed ziet dat het om haar ogen niet rood word en dat haar oog wit niet zwart word. Dat kan ze allemaal afstellen dat, dat minder word. Maar ze kan dat allemaal niet weg halen want ze blijft en demoon en ze blijft wat ze is. Ze stonden beiden op en liepen naar beneden.

In de keuken schonk Ares twee glazen in en liep naar de lounge gedeelte en gaf Sophia een glas aan. Sophia nam gelijk een slok en dronk bijna het hele glas leeg. ‘’Rustig aan, ik wist niet dat je zoon honger had. Had het eerder gezegd en dan had ik je meer gegeven.’’ Zei Ares lachend. Hij zat rustig op de bank en genoot rustig van zijn glas. Sophia had nu haar hele glas leeg gedronken en gaf het aan Ares. ‘’Wat wil je dat ik doe.’’ Zei Ares lachend. ‘’Je zou toch alles voor mij doen, vul mijn glas voor me.’’ Zei Sophia om hem weg te krijgen. Ares stond op zonder iets te zeggen en ging naar de keuken om haar glas te vullen. Sophia deed zo omdat ze voelde dat haar ogen gingen veranderen: rood om de ogen en een zwarte oog wit. Ze wou gewoon niet dat Ares dat zag, want het ziet er verschrikkelijk uit. Ze draaide haar hoofd om en het leek als of ze naar buiten keek. Ares had haar glas gevuld en kwam weer naast haar zitten. Hij had het glas nog in zijn hand en zei plagend: ‘’ Alstublieft meester, hoogheid, baas.’’ Sophia wou niet omdraaien omdat haar ogen nog niet normaal waren geworden en zei heel erg droog: ‘’ Ehm ja zet maar mijn glas op de tafel.’’ Ares ging plagend verder; ‘’Wat is er hoogheid geen zin meer.’’ Sophia was nog steeds met haar rug omgedraaid naar Ares; ‘’Nee, ik drink het zo wel.’’ Ares stopte met plagen en merkte dat ze niet wou omdraaien naar hem toe; ‘’Wat is er waarom kijk je niet naar mij?’’ Sophia keek nog steeds niet naar Ares; ‘’Nee, er is niks. Ik wil gewoon naar het mooie uitzicht kijken.’’ Ares begreep het niet en ging met zijn hand naar het gezicht van Sophia en draaide het rustig naar hem toe…

vrijdag 8 juli 2011

Een verhaal



Hoofdstuk 3
Een droom???

Het is donker en koud de vloer voelt vochtig aan. Alsof ze geen schoenen aan heeft. Ze zet een stap vooruit en ja ze heeft geen schoenen aan want ze kan heel goed de stenen vloer aan voelen. Het is zo donker dat ze echt niets kan zien. Normaal kan ze perfect in het donker zien, maar nu… Het is raar want ze merkt dat ze jurk aan heeft en blijkbaar is die ook zwart. Ze herinnerde zich dat ze nog als laatst een T-shirt aan had… ze zet nog een stap naar voren en zoekt met haar hand naar een muur. Uiteindelijk voelt ze een muur (zo voelt het wel aan) en langzaam loopt ze door. Ze lijkt wel een blinde die hulpeloos is en maar loopt. Uiteindelijk ziet ze een klein lichtje als ze doorloopt ziet ze dat er een kamer is. Van zelf bukt ze en kijkt door het raampje naar binnen. ‘’Ze is niet geschikt voor dit!’’ zegt een oude man in de 50 schreeuwend tegen een vrouw. ‘’Ze kan dit wel, ze heeft dit nodig.’’ Zegt de vrouw, maar ze kan net niet zien hoe ze eruit ziet en haar stem klinkt een beetje vaag. De oude man zit te ijsberen in het kamertje; ‘’ Hoe weet je dat, heb je haar getest?’’ ‘’ Hiervoor heb ik gewacht, zij is de nieuwe generatie.’’ De vrouw praat zo rustig en kalm mogelijk. ‘’ Pff nieuwe generatie.’’ Mompelt de man. ‘’ Zij kan dit niet ze is… sll.. ‘’ Stopte de man. ‘’Ga verder ze is wat?’’ Zei de vrouw die bijna haar geduld verloor. ‘’ Ze is niet geschikt, hoeveel jij ook denkt dat ze wel geschikt is.’’ De man ging weer zitten. ´´ Lang gelede ben ik erachter gekomen dat zij bestond. Ze was een schaduw, die verdwaald was. Zij kende mij nog niet, maar ik heb haar lang gevolgd.  Het was 1511 en ik was een kraamzuster. Ik hielp een vrouw bij haar bevalling, maar de baby stierf. Ik kon hier niet tegen en ik wist dat zij een lichaam nodig had. Ik haar geest in het lichaam van de baby gestopt. Ik wist dat dit goed voor haar zou zijn…’’ Vertelde de vrouw. Ze begreep niet precies waarom die vrouw het vertelde aan die man want de man luisterde niet echt. Ze wou weg, maar stootte haar voet tegen een pot en het viel om; ‘’Shit!!!’’.

‘’Alexandra! Alexandra!’’ Ik liep met moeite achter mijn moeder aan en ze pakte mijn hand vast. Het waait en het lijkt alsof het gaat regenen. De moeder van Alexandra is net getrouwd, met meneer Petrova. De beste vriend van me vader. Voor dat hij dood ging heeft hij gezegd dat meneer Petrova voor mijn moeder moest zorgen. Meneer Petrova is zelf al 2 jaar getrouwd met de liefde met zijn leven. Maar is nu ook getrouwd met mijn moeder om haar en mij te beschermen. Ik begrijp niet waarom, maar ze zijn getrouwd. Ze lopen op een heuvel richting het bos in. Verderop komen ze bij een dorp. ‘’We zij er bijna.’’ Zij moeder. En ze liepen door het dorp. Het was een klein dorpje. Iedereen was druk bezig met zijn werk. En het zag er heel levendig uit wel een leuk plek. Voor nu dan. ‘’We zijn er.’’ En ze stonden voor een huisje hij was redelijk groot. En een deur ging open. ‘’ Jullie zijn er.’’ De man praatte Bulgaars, maar ze kon hem verstaan. Ze heeft dat geleerd door haar reis door Bulgarije. Haar moeder vond het altijd knap dat ze snel kon leren, maar ze moest is weten.  Ze leeft nu bijna al een jaar met haar moeder. Haar vader stierf aan een dorps oorlog in Engeland. Hij kende meneer Petrova van vroeger. Haar moeder gaf haar altijd veel aandacht want ze had verteld dat de bevalling bij haar moeilijk was maar dankzij een vrouw alles weer beter ging.  Ze waren binnen en de woonkamer was groot. Een paar meubelstukken en een grond tafel. ‘’Dit is ons deel van het huis.’’ En de man liep naar zijn achtertuin; ‘’ En dit is van jullie.’’ Een klein knus huisje dat eigenlijk wel genoeg was voor hun tweeën. Haar moeder was dus op papier met meneer Petrova getrouwd ze zullen niet samen slapen zelfs. De vrouw van meneer Petrova is zwanger, 7 maanden ongeveer. Ik keek naar haar buik. Meneer Petrova lachte en zei; ‘’ Een jongen.’’ En legde zijn hand op de buik van zijn vrouw. Ze tilde me op en we gingen naar binnen. Binnen zag het er ook erg knus uit. Hier kan ik wel leven. Ze tilde me op en gaf een kus op me voorhoofd.

‘’ Kom op we zijn bijna bij het dorp. Katerina, Zo meteen word je vader nog boos. We zijn al bijna te laat.’’ ‘’Kunnen we geen pauze nemen? Ik ben moe.’’ ‘’We hebben net al een pauze genomen.’’ En ze liepen snel door. ‘’ Die jongen was wel leuk.’’ Zei Katerina lachend. ‘’ Ja als je dat tegen je vader zegt lacht hij ook naar jou.’’  Ze kwamen bij het dorp en liepen gelijk door naar hun huis. ‘’ Hebben jullie die speciale stof gehaald.’’ Vroeg Katerina de moeder. ‘’Ja het was wel ver lopen.’’ Zei Katerina en plofte neer op een stoel. ‘’ Gaan jullie ook nog wat water halen bij de waterpomp? En dan kunnen we eten. Je vader zal ook wel zo thuis zijn.’’ Zei mevrouw Petrova. Ze stonden op en pakten allebei emmer. Alexandra is twee jaar ouder dan Katerina en ze is een soort van stiefzus, maar Katerina ziet haar aan als haar echte zus omdat ze samen zijn opgegroeid en ze delen ook altijd alles samen. ‘’Alexandra kijk, hij is hier.’’ Zei katerina opgewonden. En inderdaad hij was hier in het dorp en keek richting Katerina aan en katerina bloosde even. Hij was gespierd en lang, bruine ogen en bruin haar. Niet bepaald iemand die je echte liefde kan schenken.

‘’Jij hebt mijn dochter dit aangedaan waar is Katerina?!’’ Meneer Petrova was boos op de jonge man. De jonge man keek hem grinnikend aan. Hij was lang, blond en had blauw ogen; ‘’ Jullie gaan boetten om wat jullie dochter heeft gedaan.’’ Zijn gezicht veranderde en hij beet in de nek van meneer Petrova. Mevrouw Petrova was in shock en Alexandra trok haar mee om te vluchten. Hij was te snel en pakte ook mevrouw Petrova. ‘’Hallo Alexandra, de mooie stiefzus.’’ ‘’Jij, wat is er? Kon je, je zelf niet bevrijden van je vloek.’’ ‘’Jij, jij zat hier ook in.’’ ‘’Hoe kan dat ik was toen twee.’’ ‘Jij hebt Katerina ook geholpen.’’ ‘’ Waarom zal ik haar helpen ze is maar een stiefzus.’’ ‘’Jij gaat ook boetten voor dit.’’ En hij stak een mes in haar hard. En ze viel neer.

Ze schrok wakker; ‘’Gelukkig het was een droom.’’ Fluisterde ze. ‘’Welke van je 4 of 5 dromen?’’ vroeg hij. Hij zat op de rand van het bed en keek naar haar, blijkbaar heeft hij naar haar gekeken toen ze zat te slapen. Het was ochtend. ‘’Wat?’’ Vroeg ze verward. ‘’Nou een mens droomt 4 of 5 keer per nacht, maar ik weet niet hoe het met jouw zit dus daarom vroeg ik welke van je 4 of 5 dromen was maar een droom?’’ en ze dacht terug naar haar dromen want ze herinnerde ze alle 4 nog. ‘’Ze waren allemaal echt. Het speelde zich allemaal voor dit af.’’ ‘’Wanneer? In welke tijd of jaar? ‘’ ‘’ In 1511.’’ ‘’Maar ehm je bent dus eigenlijk wel oud. En ow ja! Ja ik wil graag je naam weten. Dat had je gisteren ook niet verteld. ‘’ ‘’Je wilt dus mijn naam weten.’’ Ze had een greins op haar gezicht. ‘’Ja als je het niet erg vind.’’ Ze stak haar hand uit en zei;
‘’ Mijn naam is Sophia.’’

vrijdag 17 juni 2011

Een verhaal



Hoofdstuk 2
Ik ben me zelf kwijtgeraakt

‘’Ja ik kon je alleen hierheen onopgemerkt naar toe brengen.’’ Ze kon weten dat ze in het buitenland was en nu viel pas de Eiffel toren op. Hij was prachtig, maar ze was niet boos. ‘’Maar door je te volgen dacht ik dat je dus gewoon een vampier was, maar dat ben je dus niet. Maar ik ben nog steeds een onderdaan van jou, want hiervoor ben ik opgeleid en voor op gegroeid.’’ ‘’Je weet niet eens wat ik ben en je zegt dat je een onderdaan bent van mij.’’ ‘’Dat maakt niet uit ik ben hier voor jou.’’ Ze bloosde even toen hij dat zei. ‘’Vertel het me dan.’’ Zei hij op een aardige en rustige toon. ‘’ik ben dus een demoon ook wel een gevallen engel, maar die term gebruik ik niet graag want een engel is goed en dat ben ik niet. En onder een demoon valt dus een vampier en alle duisternissen en schaduwen. En daarnaast heb ik ook alle krachten van tante gekregen net voor dat ze dood ging. Waardoor ik me zelf de laatste tijd ben kwijt geraakt. Want voor alles was ik lekker duister en kon niks me schelen, maar volgens mij heb ik met haar krachten een deel van me menselijkheid terug gekregen. En ik twijfel of ik dat wel wil.’’ Ze keek onzeker, en dat was duidelijk te zien want ze beet op haar lip. ‘’Dus je bent heel erg sterk?’’ ‘’Waarom vraag je dat? Kan een meisje niet sterker zijn dan een jongen?’’ Hij schrok want zo bedoelde hij het niet;’’ Nee, nee, zo bedoel ik het niet. Ik bedoel, je hebt toch de krachten van tante gekregen. En dan ben je ook nog eens een demoon dus dat maakt je dan heel erg sterk. Sterker dan mij zelfs en ik ben ouder dan jij.’’ Ze had een grijns op haar gezicht; ‘’ Je hoeft niet te schrikken hoor ik begreep je vraag. Ik maakte maar een grapje, maar je hebt wel gelijk. Ik ben sterk. Ik heb ook veel macht, maar ik ben bang of ik wel hier tegen kan.’’ Ze zuchtte even en keek even weg.’’ Hier ben ik juist voor.’’ Ging hij verder;’’ Ik ben hier om jou te helpen, tante vertrouwde mij dus blijkbaar en vond dat ik jou wel kon helpen. Want ik kende haar heel erg goed.’’ Ze keek hem aan met een denkende blik; ‘’ Hoe weet ik of ik je wel kan vertrouwen? Wacht ik weet al iets. Geef me je arm.’’ Hij keek haar twijfelend aan en gaf zijn arm. Ze pakt zijn arm vast met beide handen en sloot haar ogen. En het leek als of hij een schok kreeg en zoiets was het ook. Want ze kon hem verleden in een flits zien. Het was een oude heksen truc, dat heeft ze in een van de honderd spreuken boeken gelezen van tante. Ze opende weer haar ogen en zei; ‘’Ik kan je vertrouwen.’’ Hij hapte naar adem en vroeg;’’ Dus je sprak de waarheid.’’ Ze keek hem vragend aan. ‘’ Ik dacht dat je loog over dat je een demoon en een heks bent.’’ Ze keek hem aan en lachte even; ‘’ Je kan me vertrouwen hoor. Ik vermoord je niet, want je bent hier om mij te helpen.’’ ‘’Ja nu vertrouw ik je. En ik help je graag. Heb je honger, of eten demonen niet?’’ En terwijl hij dat vroeg liep hij naar de keuken. ‘’En of ze eten, ik heb echt een honger.’’
En ze liep ook in de richting van de keuken. Hij haalde wat te eten uit de koelkast en maakte ontbijt klaar. ‘’Waar zijn de borden?’’ Vroeg ze. ‘’ In het bovenste kastje rechts.’’ Ze pakte twee borden en ze gingen samen ontbijten. ‘’ Ik wil niet dat je een onderdaan van me bent.’’ Hij keek haar vragend aan. ‘’ Ik bedoel je mag het wel zijn, maar laten we vrienden worden. Dat is beter denk ik.’’ En ze stak haar hand uit. Hij gaf haar een hand terug; ‘’ Oké vrienden, zoals jij het wilt. Maar dan weet ik nog steeds jouw naam niet.’’ Hij keek haar aan met zijn helder blauwe ogen en zei; ‘’ Ik bedoel ik wil wel de naam van mijn ‘’vriend’’ weten.’’ Ze keek hem aan en dacht; Als hij mij zo lang heeft gevolgd waarom weet hij mijn naam dan niet. En terwijl ze dat dacht keek ze hem vragend aan en dat leek ook een beetje op staren dus hij kon het niet laten en vroeg; ‘’ Is er iets? Ik vroeg alleen maar om je naam.’’ Ze stond op en vroeg verward; ‘’ De wc is boven toch?’’ Hij knikte en zij liep naar boven. Waarom is ze verward? Ik vroeg alleen maar hoe ze heet, tuurlijk ik moest me zelf eerst voorstellen. Toen hij dat dacht keek hij naar buiten.
Ze waste haar gezicht om tot haar zelf te komen en keek in de spiegel, droogde haar gezicht en liep de slaapkamer in. Ze keek rond en ging op het bed zitten. Waarom voel ik me zelf zo na alles. Ik was goed genoeg voor me zelf, maar tante heeft alles veranderd. En nu zit ik hier verward ergens in Parijs na te denken. En beneden zit een lekker stuk waarmee ik niet eens durf te praten, maar dat is wel duidelijk ik ken hem pas een paar minuten. Ik ga niet alles vertellen. Dacht ze. ‘’Alles…’’ fluisterde ze. Wat is alles eigenlijk? Dacht ze. En… en waarom ik. Nu komen er zeker gevaren achter mij aan en moet ik mensen redden. Ow ja alsof ik hierop zat te wachten en dat is zo slecht voor mijn imago ik bedoel tante wist wat ik was en gaf haar krachten nog is hierop. Ze zat op het bed alsof ze in trance was want ze keek zo ver weg. Tante wat heb je me aangedaan? Ze had het niet door maar dat zei ze dus hard op. ‘’Wat heeft ze je aangedaan dan?’’ Hij stond bij de trap en keek haar aan. Ze schrok want ze had niet in de gaten dat hij naar boven was gekomen en normaal merkt ze dat wel op want ze heeft hele sterke zintuigen en ze kan ook heel goed horen. ‘’ Wat, o niks laat maar.’’ Hij stond nog steeds bij de trap en keek haar verward aan; ‘’ Ik wou vragen of je nog kwam ontbijten anders ruim ik het op.’’ Zonder hem aan te kijken zei ze; ‘’Ja ruim maar op, ik zit wel vol.’’ En hij liep weer naar beneden zonder iets te vragen of te zeggen.
Het is warm buiten en de zon schijnt, het is niet zo druk buiten en de winkeltjes zijn open. Ze lopen naast elkaar zonder iets te zeggen of elkaar aan te kijken. Alsof ze een flink ruzie hebben gemaakt. Ze had gewoon geen zin om te praten, ze was niet eens meer zo benieuwd naar zijn naam en hij blijkbaar ook niet naar haar naam. Ze liep richting een winkel waar ze wel leuk sieraden zag en hij liep rustig achter haar aan. Er waren hele leuke oorbellen en armbanden. ‘’ Puis-je vous aider?’’ Vroeg een jonge man met een zachte stem. ‘’ Non merci.’’ Zei hij met een rustige toon. Ze keek hun aan want ze begreep er niets van. ‘’Hij vroeg of hij ons kon helpen en ik zei nee bedankt.’’ Ze draaide zich weer om en liep verder. ‘’ Is er iets aan de hand? Want je gedraagt je afwezig.’’ ‘’Ik… Ik weet het niet.’’ Zei ze zo zacht mogelijk. En ze gingen bij een bankje zitten. ‘’ Vertel het me. Ik wil je helpen, maar als je zo stil bent dan kan ik ook niks doen.’’ Ze keek hem aan en ze wou el wat zeggen, maar dat zou ook niks oplossen. ‘’ Weet je laat maar. Ik kan het je toch niet vertellen want ik weet het zelf ook niet meer. Ik kan je gewoon nu niets vertellen. Sorry.’’ ‘’Oké, dat is goed wat jij wilt.’’ Ze wilde niet eens reageren.
Het was donker buiten en ze kwamen net thuis. Ze hebben bijna de hele dag buiten gelopen. En gegeten. En ze was moe alles wat ze wou was slapen. ‘’ Ik wil slapen.’’ Zei ze met een vermoeide stem.’’ Je mag op mijn bed slapen, dan slaap ik wel op de bank.’’ ‘’Dat is goed.’’ En ze liep naar boven. Hij liep achter haar aan en gaf haar een T-shirt. Ze nam het aan en hij liep weer naar beneden. Ze trok haar kleren uit en trok het T-shirt aan en ging liggen. Ze sloot haar ogen om in slaap te vallen.

woensdag 4 mei 2011

Een verhaal



Hoofdstuk 1
Waar ben ik?

De zon scheen heerlijk het was net ochtend en de zon was net op. Ze deed langzaam haar ogen open en zag als eerst het plafond. Door naar het plafond te kijken merkte ze op dat ze in een ovale kamer lag. Ze lag eigenlijk wel heerlijk eigenlijk, ze sloot haar ogen en opende het weer. En deze keer scheen de zon recht in haar gezicht waardoor ze haar ogen moeilijk kon openen. Ze sloot haar ogen weer en ze opende ze en ze kon weer goed kijken. Toen zag ze iemand bij het raam staan. Hij had iets in zijn handen dat fris, en zoet rook. Zonder dat hij zich omdraaide vroeg hij met een vriendelijke stem; ‘’Wil je ook een appel?’’ Het enige wat zij kon zeggen was; ‘’Waar ben ik?’’ Ze keek verward, maar dat was omdat ze net wakker was. Ze wreef aan haar ogen en knipperde om beter naar hem te kijken, maar ze zag alleen zijn rug. Hij draaide zich eindelijk om en ze bekeek hem even goed. Hij had blauwe ogen en een greins op zijn gezicht. En….. en  hij is blond. Hij stond nog steeds bij het raam, met zijn appel in zijn hand en hij zei; ‘’Heb je lekker geslapen, schoonheid?’’ Had hij het tegen mij? Ik een schoonheid, hij is een schoonheid. Ze kon het niet laten en vroeg nog eens; ‘’Waar ben ik?’’ En hij zei op een sarcastische, maar toch vriendelijk klinkende toon; ’’In een ronde kamer, op mijn heerlijke bed.’’ Ze werd een beetje kwaad en ze stond op. Blijkbaar te snel opgestaan want ze verloor haar bewustzijn en viel vlouw, maar net voor dat ze echt viel ving hij haar op. En ze keek hem verward aan, hoe kon hij zo snel zijn? Vroeg ze zich zelf af. Hij legde haar rustig neer op het bed; ‘’Gaat het met je? Je bent nog zwak, hier drink wat van dit.’’ En hij gaf haar een glas met iets roods er in. Zonder te aarzelen nam ze het glas aan en ze nam een slok. Dit is heerlijk, wat is dit? Dacht ze bij haar zelf terwijl ze hem aankeek. En hij keek haar ook aan, alsof hij haar gedachten had gelezen zei hij; ‘’ Maak je maar geen zorgen ik heb niemand vermoord voor dit, dit is gewoon bloed van een bloedbank.’’

Ze schrok en liet het glas vallen die nog half vol was. Hij keek verast op en ging naast haar op bed zitten. Hij zat net wat te dicht bij en ze schoof wat op zij en deed haar armen om haar zelf heen. ‘’Heb je het koud?’’ En terwijl hij dat vroeg raakte hij haar arm aan. Zijn handen waren ijskoud en ze kreeg de rillingen; ‘’ja nu heb ik het koud.’’ Zei ze op een sarcastische toon. Hij was verward, want ze voelde redelijk warm aan en hij stond weer op. Hij keek haar aan alsof hij haar iets wou zeggen, maar niet wist waar hij moest beginnen. Hij draaide om en liep naar het raam en keek naar buiten. Ze begreep het niet wat heeft ze nou verkeerd gedaan? Ze wou opstaan, maar ze voelde nog dat ze zwak was. Dus ze kon alleen maar om haar heen kijken en dat deed ze, ze bekeek de kamer is goed. De kamer was dus rond/ovaal. En ze keek weer naar het plafond en nu kreeg ze in de gaten dat ze in een toren waren, want het plafond was net een koepel. Dat was best mooi want het was van glas dus je kon de lucht zien. En aan haar rechterkant was er een trap die naar beneden ging. Blijkbaar is daar dan de rest van de woonkamer. Verder was de toren helemaal van ramen. En naast de trap is er nog een stuk en daar zit een open badkamer en die is ook met veel ramen. Heel mooi, want er is ook een heel mooi uitzicht voor al die ramen. Ze kon niet raden waar ze nu precies was. En eindelijk draaide hij zich weer om in haar richting, maar hij liep naar de trap en liep naar beneden. En hij keek zo emotioneel loos.  Het kon haar niet meer schelen hoe zwak ze ook was ze stond op en liep de trap naar beneden want ze moest weten waar ze is en het belangrijkste wie hij is.

Toen ze naar beneden liep zag ze dat de woonkamer er anders uitziet dan boven, meer vierkant. Maar het was wel mooi. Weer met veel ramen en deze keer redelijk hoge ramen. In een hoek waar het mooiste uitzicht is zat er een luxe lounge en onder aan de trap zat de deur. In een andere hoek was er een open keuken en in het midden van de kamer een mooie houten eettafel.  Hij zat op de bank en zat ver voor zich uit te staren. Ze kwam tegen over hem zitten en vroeg; ‘’Waar ben ik eigenlijk? En wie ben jij? En waarom doe je zo vaag?’’ Hij draaide zich om en keek haar aan; ‘’Doe ik vaag?’’ Hij keek haar raar aan alsof hij niet wist wat hij moest zeggen. Toen zei hij; ‘’Voel je je niet raar? Ik bedoel je hebt net een glas met bloed gedronken en ik zag dat je er van genoot. En voor zover ik het weet drinken mensen geen bloed.’’ Ze keek hem aan een beetje verrast dat hij zoiets zegt, maar hij had wel gelijk. ‘’ Ik voel me niet echt raar alleen… ik weet het zelf ook niet ik herinner me wel een paar dingen, maar verder ook weer niets.’’ Hij kwam dichter bij haar en keek recht in haar gezicht, controleert haar of ze niet geheugenverlies heeft. Maar ze heeft niets. Zij kijkt hem aan en begrijpt er niks van. ‘’volgens mij heb je het niet in de gaten, maar jij bent een vampier. ‘’ Zei hij tegen haar terwijl hij haar strak aan keek. ‘’Niet waar ik ben geen vampier.’’ Zei ze verward. Hij keek haar aan en zei;’’ Hoe verklaar je dan dat je bloed kan drinken?’’ Ze keek hem aan; ‘’ Hoe weet jij dit allemaal eigenlijk?’’ ‘’Omdat ik zelf ook een vampier ben, en ik ben door ‘’tante’’ gestuurd om op jou te letten. En te helpen met je leven verder.’’ Ze keek hem aan en zei;’’ Blijkbaar heeft ze dan niet alles verteld.’’ Hij keek haar verbaast aan.

Ze zei verder;’’ Want ik ben niet alleen een vampier.’’ Hij onderbrak haar en zei;’’ Wacht even, maar dat kan niet wat ben je nog meer dan?’’ Ze kon er niet meer tegen al die maanden dat ze zich eenzaam voelde….. ze moest het gewoon vertellen; ‘’Ik Ben een Demoon. En deels ook vampier, maar onder dat valt standaard onder een demoon.’’ Hij schrok en sprong naar achteren. ‘’ Ik weet niet wat tante je heeft verteld, maar als je hier bent om mij te helpen dan wil ik graag jou hulp.’’ Ze keek hem aan en je zag duidelijk dat ze hulp wou. Hij gooide zijn schrik van zich af en ging weer normaal zitten en hij begon te vertellen;’’ Ik ben door tante opgegroeid en zij heeft voor mij jaren lang gezorgd en ik voor haar. Ze was de moeder die ik nooit echt heb gehad, Want mijn moeder is de vampier koningin en ze heeft nooit echt voor mij gezorgd als een echte moeder, maar tante deed dat wel.’’ Hij stopte even en ging weer verder;’’ Tante was zoals je weet de machtigste heks op aarde en de duisternis. Ze was gewoon de machtigste. En ze werkte voor lang op het paleis en vertrok totdat ik oud genoeg was. ‘’ Ze onderbrak hem; ‘’ Maar je kan toch niet als een vampier geboren worden?’’ vroeg ze verward. ‘’Nee, maar ik ben ook niet officieel de zoon van de koningin. Ik ben een wees en de koningin wou graag een zoon, maar dat kon dus niet en heeft ze een jongen geadopteerd. En ik ben dus uiteindelijk door haar veranderd in een vampier en daarbij heeft ze wat krachten extra gegeven. Dus toen ben ik automatisch haar zoon geworden.’’ ‘’Vind je dat erg?’’ Vroeg ze meelevend. ‘’Nee, ik heb nu een moeder, maar nu het onderwerp. Ik heb jarenlang niet met tante gesproken en uiteindelijk kreeg ik een bericht in mijn droom dat ik jou moest opzoeken. En voor jou moest zorgen en helpen. Gewoon alles doen wat jij wilt. En de volgende dag toen ik wakker werd hoorde ik dat tante dood was.’’ Zijn ogen zaten heel ver en dat maakte hem eigenlijk wel aantrekkelijk.’’ Dus ik ben je al een paar maanden aan het volgen, tot dat ik het juiste moment kon vinden om dit jou uit te leggen.’’ Ze keek hem raar op; ‘’ Dus je volgt me al maanden?’’ ‘‘Ja en toen ik jou gister avond zo zag moest ik je gewoon helpen. Wees alsjeblieft niet boos voor dat ik je gevolgd heb.’’ Zei hij met een spijtig gezicht en toon. ‘’Ik ben niet boos, bedankt voor gisteren avond.’’ Ze aarzelde even en kon het niet laten. ‘’ En kan je me nu vertellen waar we zijn? Want ik ontplof bijna van de nieuwsgierigheid.’’ ‘’We zijn in Parijs.’’
‘’Wat! Zijn we in Parijs?’’ 

donderdag 28 april 2011

Een verhaal



Het was lang gelede, het was de ergste dag ooit. Of het lijkt lang gelede. Ik weet het niet meer ik wil er niet eens meer aan terug denken. Voor alles had ik nog een normaal leven. En nu zwerf ik rond de straten. Het is half juli, donker en alle cafétjes zitten vol. Hier en daar komt er een hard geluid van een discotheek. Kijk al die mensen nou, genieten van het leven. En ik? Ik heb iets vreselijks meegemaakt of ik maak het nog mee. Ik ben zo in de war. Ik ga maar een discotheek in. ‘’En nu allemaal de zomer hit van 2011! En we gaan allemaal los!’’ Zei een DJ. ‘’ Hey! Dat is lang gelede!’’ Zei een meisje die ze kende van lang gelde voor alles. Ze wou niet eens reageren op haar, maar ze kon niet anders ze zei automatisch hoi terug. Het meisje nodigde haar uit om bij hun tafel te zitten, maar daartegen zei ze dat ze gewoon wou dansen. Ze groette even iedereen die aan die tafel zat en ging met een groep meisjes dansen. Het was een harde beat en de muziek klonk goed, ze ging nergens aan denken en gaf haar zelf aan de muziek. Na een tijd begon ze een brandend gevoel te krijgen in haar keel, ze zei heel vaag dat ze even naar de bar ging om even wat te drinken. Normaal drinkt ze nooit alcohol, maar nu brandde haar keel zo erg. Dat ze dacht dat ze dat brandende gevoel kon verminderen met een drankje. ‘’ 1 martini graag’’ zei ze zo cool mogelijk tegen de barman. Toen ze haar drankje kreeg dronk ze die met een slok op en vroeg om een tweede. En haar gevoel zat wel goed alsof haar aders weer gevuld waren en haar brandende keel weg was. Ze kon er weer tegen aan en ging weer dansen. Verderop aan een andere bar zat een jongen de hele tijd naar haar te kijken. Ze had dat door en keek hem een paar keer aan. Ze keek hem niet verleiden of lachend aan, gewoon normaal. En gek genoeg voelde de jongen zich hierdoor aangetrokken, want hij kwam in haar richting aangelopen. ‘’Mag ik je op een drankje trakteren?’’ Ze accepteerde het door ja te knikken en liep met de jongen mee naar de bar; ‘’Twee graag’’. Zei de jongen zo cool mogelijk. Ze pakte haar drankje op en dronk het in een slok weer op, want die twee drankjes van net hadden haar maar voor even verdoofd en nu moest ze weer een paar drankjes op. En door dat te doen werd ze wat dronken. De jongen was ook dronken; ‘’Zullen we naar mijn plaats gaan?’’ Ze keek hem aan en zei; ‘’laten we naar jouw plaats gaan’’.

Even later kwamen ze in een studenten huis binnen ze gingen twee trappen omhoog voordat ze in de kamer van de jongen kwamen. Best een grote studenten huis, dacht ze bij zich zelf. Ze was weer wat helder en ze had in de gaten dat de jongen ook weer wat helder was. ‘’ Wil je nog wat te drinken?’’ Vroeg de jongen terwijl hij twee glazen in schonk. Hij kwam dichterbij en gaf het glas aan. Ze pakte het glas en nam een slok. Hij kwam weer wat dichter bij en fluisterde in haar oor; ‘’Je bent zo mooi’’. Ze zetten allebei hun glas neer en begonnen te zoenen. Hij deed zijn shirt uit en zij deed haar jack uit. Ze kwamen op het bed en opeens stopte ze. Ze had weer dat brandende gevoel en het voelde ook alsof haar aders op ontploffen stonden. Ze kon zich zelf niet meer beheersen. Ze keek strak in de ogen van de jongen. En het leek alsof de jongen bevroren was. ‘’Geef me je hand’’ en de jongen volgde haar commando’s. Ze pakte zijn hand en streek met haar hand in de handpalm van de jongen. Alsof ze in trance was want zo keek ze in de handpalm nadat ze met haar nagel een snee in de handpalm had gesneden en er bloed uit kwam. Ze bracht de hand dichterbij haar mond en dronk het bloed, terwijl ze dat deed keek ze strak in de ogen van de jongen. En ze genoot, zo zoet was het zo heerlijk. En je kon ook zien dat ze genoot want ze sloot haar ogen. En opeens opende ze het, nee wat doe ik. Ze schrok en liet de hand los. En pakte de hand weer op de snee was groter en ze wreef met haar hand eroverheen en de snee werd opeens kleiner. Ze keek de jongen strak aan; ‘’Heb je een pleister?’’ De jongen draaide zich om en pakte de pleister uit zijn nachtkastje en gaf het aan haar. Ze plakte de pleister op de hand van de jongen en keek hem weer strak aan; ‘’ Je weet niks meer, je was dronken en je ging naar huis en je zei tegen dat meisje dat je hoofdpijn had en je hebt haar weg gestuurd. En verder weet je niks meer. Herhaal mij’’ Zei ze en de jongen herhaalde haar; ‘’ Ik weet niks meer, ik was dronken en ging naar huis en ik zei tegen dat meisje dat ik hoofdpijn had en ik heb haar weg gestuurd.’’ Zei de jongen met een gehypnotiseerde stem, zonder emotie. ‘’Ga nu maar slapen.’’ Zei ze en de jongen ging liggen en viel in slaap.’’ Ik moet weg hier’’, zei ze tegen haar zelf ze pakte haar jack en liep naar buiten.

 Het begon te bliksemen, maar het was nog steeds warm. Wat heb ik net allemaal gedaan en hoe heb ik dat gedaan. Vroeg ze zich zelf af. Zie liep op straat in de stad en ze kreeg allemaal tranen in haar ogen en het begon te regen. ‘’Dit ben ik niet!’’ schreeuwde ze en ze stortte neer op haar knieën midden op straat in de stad. ‘’Dit ben ik niet, zo hoor ik niet te zijn.’’ Zei ze deze keer snikkend. Opeens keek ze op en er kwam een schaduw in haar richting naar haar toe. Ze keek op en zei weer; ‘’Dit ben ik niet’’ maar dan fluisterend. Ze wou net opstaan maar ze verloor haar bewustzijn en viel vlouw. De schaduw tilde haar op en, en hij liep met haar het duister in.