maandag 14 november 2011

Een verhaal



Hoofdstuk 5
Ares
Wow! Haar ogen zijn echt schitterend. Eerst zei ik dat omdat ik niks te zeggen had, maar nu wow. Het is echt mooi donker groen. En ze ziet er zo natuurlijk eruit. Dat ik zoon schoonheid mag dienen. ‘’Ik wil niet dat je mijn gezicht en ogen zo ziet.’’ Zei Sophia met half dicht geknepen ogen toen ze zag dat Ares met grote ogen naar haar zat te kijken. ‘’Maar wat is er dan aan je gezicht dat ik niet mag zien? Ik vind het schitterend en je ogen zijn ook prachtig.’’ Zei Ares bewonderend en hij wreef nog wat over haar wang en trok toen zijn hand langzaam terug. Sophia opende langzaam haar ogen en keek naar het raam om haar spiegelbeeld te zien, het was weg! Haar ogen waren weer normaal. ‘’Wou je, je gezicht verbergen omdat je bloed had gezien?’’ Vroeg Ares rustig. Sophia keek weer naar buiten; ‘’Ehm, ja.’’ Ares leunde rustig naar achteren en zat relaxed; ‘’Je hoeft je gezicht niet te verbergen hoor want dat is normaal. Kijk ik heb dat ook. ‘’ En ze draaide zich om naar Ares. En hij had gelijk zijn gezicht was ook veranderd, maar hij had geen zwarte ogen. Die van hem waren rood, maar niet helemaal alleen de iris. Want die van de demonen zijn helemaal zwart zelfs het oog wit. En vampiers hebben alleen een rode iris. Ze werd onrustig van hoe hij naar haar keek. Hij keek zo diep dat ze niet rustig kon zitten. ‘’Hou is op daarmee!’’ Ze barste los. ‘’ Met wat?’’ Vroeg hij met een grijns. ‘’Je kijkt zo angstaanjagend en heel erg diep. ‘’ Hij keek weer normaal; ‘’ sorry ik had even geen controle’’.  Open de deur we weten dat jullie hier zitten! Geef haar aan mij! Of anders… Ik zeg het niet nog een keer! ‘’Wie is dat?’’ Vroeg Sophia. ‘’Z e hebben ons gevonden we moeten weg van hier. Vertrouw je me?’’ Vroeg Ares haastig. ‘’heb ik nog een andere keus?’’ Zei Sophia sarcastisch. ‘’Nee’’ Antwoordde hij. Hij pakte haar hand vast en hij rende richting het raam en ze sprongen van het raam. En het was stil.

Het spijt me dat ik je dit aan doe, maar ze mogen je niet te pakken krijgen. Ik moet jou eerst nog naar iemand anders brengen. Als hij mij niet onder controle had dan had ik je in veiligheid gebracht. Je bent zo speciaal. Het is fris en stil een vroege ochtend Sophia doet langzaam haar ogen open; ‘’ Hoe zijn we hier terecht gekomen?’’ ‘’Ik had gedacht dat je eerste zin weer waar ben ik zou zijn.’’ Ares zat tegen een boom aan en Sophia lag met haar hoofd op zijn schoot. Ze zaten ergens in een bos.  Je zag aan hem dat hij helemaal niet had geslapen en hij keek zo afstandelijk.  Ik wil niet dat je het in de gaten krijgt dat ik… ‘’Waarom kijk je zo, je ziet er moe uit en ik heb honger.’’ Zei ze ongeduldig Sophia stond op en rekte zich uit; ‘’ hoor je me niet. Ik zei dat ik honger heb.’’ Ares stond op en klopte zijn broek af en liep naar de meer om zijn gezicht te wassen. Sophia liep in zijn richting en gaf hem een trap van achteren en hij viel bijna de meer in; ‘’ Ben je helemaal gek geworden! Waar ben je mee bezig?” Schreeuwde Ares boos. ‘’ Je negeert me ik heb het wel in de gaten hoor. ‘’ Zei Sophia. ‘’Wat heb je in de gaten?’’ Vroeg Ares gestrest. ‘’Je Vind het erg om mij te bedienen en je brengt me ergen naar een bos en negeert mij. Waar ben je mee bezig? Heb je me nu ontvoerd en wie waren die mannen aan de deur? ‘’ Begon Sophia helemaal te schreeuwen. ‘’Hey, jij vertrouwde mij.’’ Zei Ares afstandelijk. ‘’ Alsof ik een keus had.’’ Zei Sophia met een bedrogen gevoel. ‘’ Ja die keus had je je kon ook alleen weg rennen.’’ Zei Ares boos. ‘’Nou dan neem ik die keus nu.’’ En Sophia is weg met één beweging. En nu moet ik je gaan zoeken. Waarom hield ik mijn mond toch ook niet. Ik moet haar… Ow Shit ik moet haar vandaag voor zonsondergang afzetten bij hem. Ik hoop dat ze niet al te ver weg is. En hij begint te zoeken.

‘’SHOPIA! SHOPIA!’’ Schreeuwt Ares. Waar kan ze nou zijn? Het is al bijna zonsondergang. ‘’Ik beveel je om haar op te zoeken en haar binnen twee maanden op deze dag voorzonsondergang naar mij toe te brengen. Haar naam is Sophia. Als je haar niet breng zweer ik dat ik je hart eruit ruk. Herhaal wat ik net zei.’’ Ik moet haar vinden. Niet omdat ik dan gevaar zal lopen, maar ik moet haar in veiligheid brengen. Hij is bijna buiten adem. Wat heb ik gedaan ik wou dat ik niet gered werd. Hij heeft mijn leven veranderd. Nu ben ik gebonden aan hem en hij wist dat ik Sophia moest dienen. En Ares zakt door zijn knieën op de grond en verbergt zijn gezicht in zijn hand. ‘’Shopia waar ben je toch?’’ Hij staat weer op komt op adem en begint weer te rennen; ‘’nog een uur voor zonsondergang’’. Ik moet haar vinden koste wat het kost. ‘’Shopia!’’ Schreeuwt hij nog maals. ‘’Hier drink wat van dit word je beter van. Neem nog maar een slok als je wilt blijven leven. Hoe voel je je?’’  Waarom dronk ik van dat, maar het was zalig ik had nog nooit zoiets lekkers gedronken. Ares schudde zijn hoofd. Ik moet me concentreren op Shopia en niet op het verleden. Concentreer waar kan ze zijn.

Waarom wil Ares mij zo graag vinden en waarom moet dat voor zonsondergang? Shopia volgt Ares van een afstand via de bomen. Is even kijken waar dit mengsel mij naar toe leid.

‘’Goede avond mijn slaaf.’’ Waarom heb ik toch al die geluiden in me hoo…. En Ares draait zich om.  ‘’Het zijn niet de stemmen in je hoofd jonge man. Ik ben er en waar is shopia.’’ Ares schrikt; ‘’ Ze is hier ergens in de bos meneer.’’ Zei hij onverstaanbaar. ‘’Ik hoorde je niet.’’ Zei hij. ‘’Ze is hier ergens in de bos meneer.’’ Zei Ares dit keer hard op. Hij zette een stap naar voren en Ares kreeg de rillingen. ‘’Heb je het koud jonge man?’’ En hij grijnsde even; ‘’ Herinner je je nog wat ik tegen je had gezegd?’’ Zijn ogen werden groter. ‘’ U had mij beveelt om Sophia binnen twee maanden te vinden en vandaag voor zonsondergang naar u te brengen.’’  ‘’ En wat was de prijs als je haar niet zal brengen voor zonsondergang?’’ Ares slikte even;’’ U zou dan mijn hart eruit rukken.’’ ‘’Correct.’’ Hij zette nog een stap naar voren.

Nog een beetje naar voren en dan zie ik wie je bent knappert. Kom op nog een stap. Shopia zat nog steeds via de boom naar Ares te kijken. Ze wou de mysterieuze man zien, maar als ze bewoog zouden ze haar zien. Ja, kom op zet die stap en het is… O NEE! Shopia schrok en haar haart stopte met kloppen. Het is…

Hij zette nog een stap en Ares kon niet bewegen. Hij stak zijn hand naar voren en greep Ares vast bij zijn hart. Ares voelde de koude vingers van hem die zijn hart vast hield. Als hij een verkeerde beweging maakte dan zou hij dood gaan. 
’’WAAR IS SHOPIA?’’ Schreeuwde hij.