zaterdag 7 januari 2012

Een verhaal


Hoofdstuk 6

‘’Jij’’
‘’Jij’’ fluisterde Sophia zacht. ‘’Ik hoorde wat.’’ Hij liet Ares los en liep in de richting van de boom waar Sophia zit. Met een sprong stond hij op de tak waar Sophia net zat; ‘’Sophia’’ fluisterde hij zacht. Hij sprong van de boom naar beneden en liep in de richting van Ares, maar tot zijn verbazing was hij……..
verdwenen.

‘’Waarom red je mij?’’ Vroeg Ares, hij was nog zwak. Sophia negeerde hem en rende verder. Sophia hield Ares zo strak vast van woede dat Ares het niet meer uithield en hij schreeuwde; ‘’Ik wil dat je nu stopt met rennen en me loslaat!’’ Sophia stopt en gooit Ares van haar schouder af. Ares kwam met een harde klap op de grond terecht, maar hij gaf geen ene kik. Hij zat met zijn knieĆ«n op de grond en keek naar beneden naar de grond. Hij durfde Sophia niet aan te kijken. Sophia keek boos naar Ares en keek weer op. ‘’Wat moet ik toch met jou?’’ Zei Sophia gevoelloos. Ares kon niks zeggen van de schaamte. Ze waren nog steeds in de bos. ‘’Je moet wat drinken om op kracht te komen.’’ Ze vond een eekhoorn en gaf die aan Ares; ‘’Drink’’. Ares pakte het aan en dronk het kleine diertje leeg. ‘’We moeten verder rennen anders vind hij ons.’’ ‘’Ben je niet bang dat ik je verraad?’’ Vroeg Ares verbaast. ‘’Kijk nou maar in me ogen wil je.’’ Ze ging tegenover Ares staan en keek naar hem en Ares keek naar haar ogen. Sophia keek diep in zijn ogen, maar zei niks. Ze keek weer weg en draaide zich om; ‘’ We moeten verder rennen’’. ‘’Wat heb je nou met me gedaan?’’ Vroeg Ares verward en zonder antwoord te geven ging Sophia verder rennen en Ares rende achter haar aan.

‘’We zijn helemaal naar Parijs gekomen en nog hebben we haar niet.’’ Zei meneer G ‘’Denkt u dat Ares Sophia naar ‘’hem ‘’ heeft gebracht?’’ ‘’Ik weet het niet kleine ik weet het even echt niet meer. Ik was het altijd nooit eens met tante en nu moet ik al haar fouten opruimen.’’ Zei meneer G zuchtend. ‘’Denkt u dat tante een fout heeft gemaakt?’’ Vroeg kleine. Meneer G was altijd al de rechter hand van tante geweest hij deed altijd alles wat tante zei ook al was hij het er niet mee eens. Meneer G was een grote brede man hij had een lange nette regenjas aan en een hoed op hij heeft grijs zwart haar en donker blauwe ogen en hij was rond de 50 . Zo zou je hem in ieder geval schatten als mens. Verder zag hij er best goed uit voor zo een man. Kleine was een kort mannetje hij word zo genoemd omdat hij de lengte 1.60 m. heeft. Kleine is de rechter hand van meneer G. Hij mag wel kort zijn, maar hij ziet er wel verzorgt uit. Hij heeft kort golvend bruin haar en licht bruine ogen. ‘’We moeten eerst dit huis doorzoeken misschien kunnen we wat van Sophia en Ares vinden.’’ Zei Kleine enthousiast. ‘’Je hebt gelijk Kleine laten we dat maar eerst doen.’’ Zei meneer G en ze begonnen door het huis te lopen om iets te vinden. ‘’Niks helemaal niks!’’ Meneer G werd boos. ‘’U moet niet zo stressen meneer G dat is niet goed voor u uiteindelijk vinden we wel iets.’’ Zei Kleine rustig toen hij naar het bed liep. Hij pakte een kussen en rook eraan. ‘’Meneer G weet u of het vandaag gaat regenen?’’ Vroeg Kleine met een grijns. ‘’Waar heb je het over Kleine?’’ Vroeg meneer G zonder het te begrijpen. ‘’ Nou als het vandaag niet regent dan kunnen we haar geur opzoeken.’’ Zei Kleine zo serieus mogelijk. Meneer G begon te glimlachen. ‘’kom neem de kussen mee we moeten Sophia vinden.’’ Toen ze net naar buiten liepen begon het te regenen. ‘’ Je maakt een grapje zeker.’’ Zei Kleine woedend.

Sophia en Ares zitten in een trein richting Spanje. ‘’Wat had je gedaan toen ik in je ogen keek?’’ Vroeg Ares; ‘’En hoe vertrouwde je me?’’ Sophia keek hem na een lange tijd weer aan en keek weer naar buiten. ‘’Alsjeblieft praat met me. Ik kan er niet meer tegen.’’ Zei Ares smekend. Sophia keek weer naar Ares; ‘’ Ik keek je alleen maar diep in de ogen aan. Ik heb helemaal niks gedaan met je, maar ik zag wel iets in je ogen.’’ Zei Sophia gevoelloos en ze ging weer verder; ‘’Ik hoefde niks te doen ik wist dat je achter mij aan zou komen om te weten wat ik met je had gedaan omdat je nieuwsgierig bent en door die eigenschap heb je je zelf in gevaar gebracht. Je bent echt een….’’ Sophia stopte en keek weer naar buiten. Ze heeft gelijk dit is allemaal mijn schuld. We zijn gearriveerd in Madrid. Ik hoop dat u een prettige reis heeft gehad. Namens het personeel wens ik u een prachtige zonnige dag in Madrid. Dit was uw machinist. De trein stopte langzaam.

In de verte van het treinstation speelde een straat muzikant prachtige muziek op zijn accordeon. Sophia stapte met haast de trein uit. ‘’Mejuffrouw! Mejuffrouw! U liet uw zakdoek vallen!’’ Sophia was met haast uit de trein gestapt en had zomaar al haar spullen bij elkaar gepakt. Ze draaide verward om en keek met grote ogen de jonge man aan die de zakdoek vasthield. ‘’ U heeft uw zakdoek laten vallen.’’ Sophia keek nog steeds de jonge man aan; ‘’ Dank u wel’’ en ze pakte de zakdoek aan. Sophia bekeek de jonge man hij was lang, donker haar en licht blauwe ogen. Hij zag er zo duister en charmant er uit dat Sophia niet kon stoppen om naar de jonge man te kijken. Alsof ze in een trance was. De jonge man keek haar zo charmant mogelijk aan en vroeg; ‘’Bent u voor het eerst in Madrid?’’  Sophia kwam tot zich zelf en antwoorde; ‘’Ja, ik ben hier voor oud en nieuw.’’ ‘’Oud en nieuw het jaar is zo snel voorbij gegaan. Vindt u ook niet dat het jaar 1880 zo snel is voorbij gegaan?’’ Sophia had haast en wou het gesprek afronden; ‘’U hebt gelijk, maar ik heb een beetje haast dus…’’ Voor dat ze haar zin kon afmaken onderbrak de jonge man haar; ‘’Natuurlijk mijn excuses voor dat ik u tegen hield.’’ ‘’ik dank u voor het geven van mijn zakdoek en ik wens u een fijne jaarwisseling.’’ Sophia draaide om en begon haastig te lopen de jonge man riep nog achter haar; ‘’ Ja u ook een fijne jaarwisseling.’’ Maar Sophia draaide niet om en liep verder om op tijd te komen.

‘’Sinds we uit de trein zijn gestapt heb je niks gezegd.’’ Zei Ares. ‘’Hoezo dan praatte ik daarvoor met jou?’’ Zei Sophia arrogant. Ares keek haar verbaast aan‘’ Nee niet echt maar…’’Sophia onderbrak Ares; ‘’Maar wat?’’ Ares Keek Sophia met grote ogen aan hij had haar nog nooit eerder zo gezien. ‘’Wat verwacht je van mij Ares? Dat ik alles vergeet en doe als of er niks is gebeurt?’’ Zei Sophia boos. Ares stond versteld hij kon niks tegen haar zeggen ze had gelijk. ‘’Zeg dan iets!’’ Schreeuwde Sophia boos. Ares schrok. ‘’ Ik, wil dat je alles aan mij verteld je hele verleden. ’’ Sophia kneep haar ogen lichtjes en keek Ares aan; ‘’Waar heb je het over? Heeft Ariana je niks verteld?’’ Ze had een grijns op haar gezicht en ze draaide Ares de nek om.